Maarte, de heks van het Lendersgat

Reacties uitgeschakeld voor Maarte, de heks van het Lendersgat 634
heks

Zo zou Maarte op het Lendersgat gewoond kunnen hebben (NB foto van laatste plaggenhut op de Veluwe)

In vroegere jaren toen er nog geen internet, tv, radio en weinig boeken waren werden verhalen verteld. Deze volksverhalen hadden vaak al een oorsprong elders maar werden ook “aangepast” naar de eigen omgeving. Alles wat men niet kon verklaren werd dan aan hogere machten toegekend. Zeker ook in de periode dat het christendom opkwam was het bijgeloof soms sterker dan het geloof. In vrijwel ieder dorp in de Middeleeuwen was ook wel een rare oma, vreemde oude vrouw of ‘heks’. Ze speelden vaak een belangrijke rol bij ziekten en bevallingen. Maar als zich een ramp in de omgeving voltrok, werden deze zonderlinge vrouwen aangewezen als zondebokken. Op Bedaf, de huidige omgeving van Riethoeve en kapel kwamen na 1648 steeds meer herbergen. Gelovigen uit het Staats Brabant kwamen naar de kerk op Bedaf in het vrije Land van Ravenstein om er het geloof te belijden. Omdat men vaak te voet van ver kwam zocht men ook een van de herbergen op om er te eten, te overnachten en te drinken. Onder invloed van deze drank werden ook verhalen verteld. Mogelijk is het verhaal van Maarte de Heks op het Lendersgat zo ook doorverteld. In de Provinciale Gelderse en Nijmgeese krant van 1 december 1907 lezen we het verhaal van Maarte die door dorpsgenoten levend werd verbrand. Of er ooit ook daadwerkelijk een vrouw met de naam Maarte op het Lendersgat woonde die dit lot onderging weten we niet.

Daar waar de zandweg van Vorstenbosch over de Brakke naar Nistelrode door de zandberg leidt, ligt het Lendersgat. Het is een diepe, vlak uitgewaaide kom in de hoge zandheuvelrij, die van de Rakt naar de Dintherschenhoek loopt. Op de bodem groeit  geen hei . Als je er loopt schuif je over het glibberig zandmos met zijn lederharde bladeren of stoot je je aan de vuursteenbrokken die hier en daar in het zand liggen en je ziet er alleen kale zandglooiingen  waarin een  enkele oeverzwaluw haar nest gegraven heeft. Geen vogelengezang verbreekt de stilte en slechts het somber ruisen van de dennen op de heuvelhelling of het melancholisch gelui van de Udense kerk is alles wat je hoort. Wellicht klonk hier eenmaal bardenzang, toen in vroegere tijd, bij licht der volle maan de oude Taxandriers (voorloper hertogdom Brabant) Wodan op deze plaats hun bloedige offers brachten en het kwabbige ingewand van het geslachte offerdier voorspelde zegen uit het  Walhalla of godentoorn.

Ruim elfhonderd jaren zijn voorbij gegaan. Verdwenen zijn ze de fiere natuurkinderen. Hun heilige wouden vielen onder de bijl, uit winzucht of uit armoede en op de plek waar zij eens aan Wodan, Donar of Freia hun offers brachten  verrees meestal een tempel gewijd aan Christengod. Het Lendersgat echter is gebleven en nog fluisteren de vuursteenen sagen en epopeeën uit de dagen van voorheen.  Maar op de plaats waar eenmaal misschien de heidense offersteen lag, staat nu een zoden hutje en in dat hutje woont  Maarte, de heks!  Zware rimpels doorploegen het lage voorhoofd; zwarte loerogen fonkelen in de diepe kassen en het grauwgrijze  haar hangt ordeloos langs de slapen. Zij woont alleen. Ze leeft van wat ze vindt op de velden. Ze spreekt tot niemand, maar als nachts de stormwind huilt en bleekblauwe bliksemflitsen  het wolkenzwart scheuren, dwaalt Maarte langs de wegen in wolvenvacht  gehuld of rijdt op een bezemsteel ten heksensabat. En geen dorpeling gaat voorbij ’t ..gat” of hij slaat een kruis opdat de heks geen macht hebbe over hem.

Het was in de zomer van het jaar 1114. De boeren hadden hun vee in de gemeenschappelijke broekgronden gedreven die zich uitstrekten langs het riviertje de Leygraaf.  Enkele kinderen schrokken toen ze plotseling Maarte de heks zagen aankomen en zetten het op een vluchten. Een van de  oudere jongens  verborg zich achter de struiken en zag hoe de oude  heks zwaaiend met haar krukstok toverformules sprak, zich veranderde in een grote zwarte kat die vervolgens onder akelig gekrijs de weidende runderen aanviel  en verscheidene koeien beet. En wat gebeurde er? De arme beesten  werden razend en stierven weldra. Nu toog heel het dorp naar het Lendersgat. Maarte werd in haar woning  opgesloten en met haar hut verbrand.

bron: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant  1 december 1907 , M.J. van de Berg. Bewerking Frank Geenen.

Reageer gerust. Binnenkort meer over een ander zonderling figuur uit de oudheid, de profeet van Vorstenbosch.

Overeenkomstige artikelen

VORSTENBOSCH info