In 1968 werd in Vorstenbosch een dorpsfilm gemaakt. Vijftig plussers zullen zich dat nog wel herinneren en hebben misschien zelf een “rol”gehad.
Heel Nederland op de film! Zo betitelde de Enschedese zakenman Johannes Willem Lambertus Adolfs (1917-1977) zijn ‘Landelijke Filmactie’. Tussen 1948 en 1970 filmde Adolfs, of beter gezegd, gaf hij opdracht tot het filmen van het leven in Nederlandse dorpen en steden tot 20.000 inwoners. Deze actie heeft geleid tot zo’n 1800 ‘dorpsfilms’, de meeste op dubbel-8 mm. De bedoeling van de filmpjes was reclame te maken voor de plaatselijke muziekverenigingen, en vanaf 1963 ook voor de lokale afdelingen van de Nederlandse Blindenbond.
Adolfs trad met zijn filmactie in de voetsporen van een illustere voorganger, de filmmaker Willy Mullens. Die besloot in 1919 tot het opzetten van een ‘Nederlandsch Archief’, voor het in beeld brengen van heel Nederland. Gemeenten konden zich bij Mullens inschrijven om tegen een vergoeding hun plaats te laten filmen. Waar Mullens’ project uiteindelijk strandde (de hiervoor speciaal opgerichte Vereniging Nederlandsch Centraal Filmarchief werd in 1933 opgeheven), was het project van Adolfs bijzonder succesvol. Bovendien heeft het een unieke verzameling filmbeelden van het Nederlandse platteland, en vooral van de veranderingen die zich daar tussen 1949 en 1970 afspeelden, opgeleverd.
Dit belangwekkende culturele erfgoed (zowel uit nationaal als uit regionaal en lokaal oogpunt) ligt, hoewel het uit één bron komt, verspreid over heel Nederland. De collectie-Adolfs is dan ook een virtuele collectie: sommige films bevinden zich in de regionale archieven, andere bij heemkundeverenigingen of in gemeentehuizen, en sommige liggen bij particulieren thuis. Om deze collectie in kaart te brengen en voor een deel te conserveren, heeft het Nationaal Overleg Regionale Audiovisuele Archieven de Adolfs-pilot opgezet. Het ordenen van deze ‘collectie’ biedt tevens een uitstekende gelegenheid om de audiovisuele archiveringspraktijk van de verschillende regio’s te vergelijken.
Mijn aandeel in het project was het historisch onderzoek naar de opname -en vertoningspraktijken van Adolfs. Vóór de start van het project waren er waren weliswaar hier en daar wat artikeltjes over Adolfs verschenen (vooral in lokale kranten), maar er was nog nooit een alomvattend onderzoek naar het werk van deze ‘filmmaker’ verricht. Daardoor vertonen de artikelen nogal wat fouten en lacunes – onder andere in jaartallen, gefilmde plaatsen, achtergronden van Adolfs’ filmactie, vertoningspraktijk enz.
Tevens heb ik een lijst gemaakt van alle door Adolfs gefilmde plaatsen, met jaartal, en, voor zover te achterhalen, de plaatsen waar de films zich op dit moment bevinden. Hiermee hoop ik de verschillende regionale archieven een handvat te bieden bij het zoeken naar de ontbrekende films, misschien ook wel om ze definitief af te schrijven.
Zoals gezegd, is de Adolfs-collectie een belangrijk onderdeel van het Nederlands cultureel erfgoed. De films hebben een nostalgische waarde, zo blijkt uit de grote belangstelling voor de speciale filmavonden, hervertoning op de regionale omroepen, en de grote oplage van de speciale koopvideo’s. Ze vormen tevens een onmisbare bron voor wetenschappers die veranderingen op het Nederlandse platteland bestuderen. Ook programmamakers kunnen eruit putten bij het maken van documentaires over een bepaalde regio of dorp. Adolfs zelf nam zijn films wat minder serieus: “De plaatselijke film is geen kunstzinnige filmische dokumentaire over de plaats, doch een gezellige film, met jong en oud als ‘filmsterren'”. Om daaraan toe te voegen: “De garantie wordt gegeven dat men de toegangsprijs terug ontvangt wanneer er niet hartelijk wordt gelachen”.
Eddy Appels
Freelance onderzoeker en documentairemaker
Zie ook Heel Nederland op de film
Laat een reactie achter